Duurzame verf heeft de langste levensduur. Duurzame verf bevat het hoogste percentage biobased (hernieuwbare) grondstoffen. Duurzame verf heeft de laagste CO2-footprint of veroorzaakt de minste milieubelasting.
Helaas, was het maar zo eenvoudig. Maar de waarheid ligt – zoals zo vaak – in het midden. Een duurzame verf wordt gevormd door de optimale mix van vier factoren: levensduur, biobasedgehalte, CO2-footprint én milieubelasting.
Auteur: Menno Beek, Marketing Manager Koninklijke Van Wijhe Verf
Levensduurverlenging
Verf is van oudsher bedoeld om te verfraaien, maar vooral ook om te beschermen: het verduurzaamt vastgoed. En hoe beter en langer de bescherming, hoe duurzamer de verf. Daarom zijn verfproducenten altijd op zoek naar nieuwe grondstoffen en verbeterde samenstellingen om de levensduur van een verfsysteem te verlengen en de onderhoudsfrequentie te verlagen. Het verwijderen en herstellen van oude verflagen en aanbrengen van nieuwe – met alle transportbewegingen die erbij horen – draagt immers voor een belangrijk deel bij aan de CO2-footprint en milieubelasting van een onderhoudsproject. Toch is een verfsysteem met een langere levensduur niet per definitie duurzaam. Om hierover iets te kunnen zeggen moet je ook weten wat er in het blik zit en hoe het erin is gekomen.
Biobased grondstoffen
Tot medio vorige eeuw was ‘biobased’ verf de standaard. Er werd geschilderd met verf op basis van lijnolie en deze olie is afkomstig uit vlas: een makkelijk te kweken en oogsten gewas. Muurverven werden veelal gemaakt op basis van kalk. Best duurzaam eigenlijk. Jammer alleen van de beperkte levensduur en weinig efficiënte verwerking. Dat moest beter kunnen. En dat kon ook: met verf op basis van alkydharsbindmiddelen en acrylaatdispersies. Alkyden zijn altijd al grotendeels gebaseerd op soja, maar dat geldt niet voor de toegevoegde oplosmiddelen. Ook acrylaten worden gemaakt uit aardolie, maar daar lag destijds niemand van wakker. De verfindustrie kon zijn geluk niet op en kwam met de een na de andere doorontwikkeling: meer glans, snellere droging, hogere laagdikte, minder oplosmiddelen en vooral: een steeds hogere kwaliteit en langere levensduur van het schilderwerk. Maar tegelijkertijd groeide ook het ongemakkelijke besef dat er aan het gebruik van fossiele grondstoffen fikse nadelen kleven. Zoals schaarste en de ingewikkelde winning en verwerking die gepaard gaan met milieuschade, CO2-uitstoot en voor mensen schadelijke dampen. Een oplossing werd gevonden in het terugdringen van oplosmiddelen.